American Zen Dogs
Joepie (of help?) een puppy in huis!

Joepie (of help?) een puppy in huis!

Deze blog is gebaseerd op eigen ervaringen + kennis en inzichten vanuit de opleidingen die Chantal volgde, alsook info gevonden op internet met bronverwijzing.

Onderzoeksfase

Eerst en vooral: doe grondig onderzoek en haal geen pup bij een broodfokker! (Een overzicht van de gekende broodfokkers vind je hier. )
De moederhonden bij een broodfokker worden uitgebuit enkel en alleen uit winstoogmerk. Vaak worden er ook pups geïmporteerd uit het buitenland en wordt er gesjoemeld met het hondenpaspoort. Of er ontstaat inteelt, met allerlei gezondheidsproblemen als gevolg. Het welzijn van de honden en de pups is voor hun niet belangrijk. Er wordt meer dan waarschijnlijk niet gesocialiseerd. De pups zitten opgesloten in plaats van contact te maken met mensen en andere honden, waardoor de pups vaak angstig zijn en later gedragsproblemen ontwikkelen.
Dus ofwel zoek je een erkende fokker, of je brengt een bezoekje aan het asiel.
(Waar mogelijks ook honden zitten uit het broodfokcircuit, maar zo moedig je de broodfokkers niet aan om te blijven fokken door rechtstreeks bij een broodfokker te kopen.)

Daarbovenop: denk na welk ras past bij jullie gezinssituatie. Actieve rassen, maar geen tijd, zin of energie om intensief met je hond bezig te zijn? Dat is niet eerlijk en fijn voor een hond.
Kies het ras niet enkel omdat je het mooi vindt, maar lees je in op internet over de raskenmerken om zo te bepalen of dit ras bij jullie gezin en verwachtingen past. Het eerste jaar vraagt de opvoeding van je pup/hond heel veel tijd en energie! Een pup moet ‘s nachts uitgelaten worden voor een plasje! Wie gaat dat doen? Wie kan er de eerste week thuisblijven bij de pup? Wie kan er daarna de pup komen uitlaten? Je kan niet verwachten dat een pup de hele dag flink alleen thuis blijft zonder zijn behoefte te doen. Een hond leeft gemiddeld 10 tot 14 jaar. Past een hond zolang in de toekomst van jullie gezin en bij de dingen die jullie willen ondernemen? Wat bij vakantie? Als je je hond wil meenemen op vakantie: niet elk ras is in elk land welkom. Doe je opzoekwerk. Of zoek een fijne manier als opvang voor je hond, eventueel bij jou thuis. zodat de honden niet op een vreemde plaats moeten logeren. Is er iemand die je kent en daarbij kan inschakelen?
Wat in de verre toekomst…. als je zelf niet meer voor je hond kan zorgen. Door wie wordt je hond dan geadopteerd? Denk daar vooraf over na!


Er zijn in totaal 365 hondenrassen erkend door de FCI (Fédération Cynologique Internationale) en er zijn tien rasgroepen opgenomen door de internationale kennelclub FCI vastgesteld.
Bij een kruising van verschillende rassen, komen er karaktereigenschappen van de verschillende rassen tevoorschijn…

Hierbij een overzicht van de 10 rasgroepen en de belangrijkste karaktereigenschappen:

Lees ze door en houd er rekening mee bij je keuze. Als een hond niet wordt voldaan aan zijn behoeftes vanuit zijn raskenmerken, kunnen hierdoor gedragsproblemen kunnen ontstaan.
Een persoon die graag danst, wordt ongelukkig als hij dit niet mag of kan. Een hond die graag jaagt, wordt ongelukkig als hij geen vergelijkbare activiteiten met jou kan doen.

FCI 1 Herdershonden en veedrijvers

  • Is altijd alert en waakzaam.
  • Ze zijn gefokt om te werken en hebben deze uitdaging dus nodig: gehoorzaamheid, flyball, agility is een must voor deze honden
  • Indien ze geen actief leven krijgen, is de kans groot dat er vernielzucht ontstaat uit verveling
  • een goed gesocialiseerde herdershond is stabiel en betrouwbaar bij vreemden en kinderen
  • het zijn waakhonden en zullen dus het territorium (jullie huis en tuin) verdedigen

FCI 2 Pinshers, Schnauzers, Molossers en Zwitserse Sennenhonden

  • De oorsprong van de Pinshers en Schnauzers ligt in West- en Midden Europa. Ze werden speciaal gebruikt voor het verdelgen van ratten en muizen, maar waren ook geschikt als waakhond.
  • De Zwitserse Sennenhonden werden in diverse gebieden van Zwitserland en eeuwen gefokt. Ze werden ook wel veedrijvers genoemd.
  • Tot de Molossers behoren de grotere dogachtige rassen. Ze worden gekenmerkt door een zwaar beendergesteld, brede schedel en relatief korte snuit
  • Bijvoorbeeld: Argentijnse Dog, Dobermann, ….

FCI 3 Terriers

  • Het Latijnse woord voor aarde is terra. Daar komt het woord Terriër vandaan.
  • Terriërs werden oorspronkelijk gebruikt voor ondergronds en bovengrond jagen. Ze zijn vaak specialist in het verdelgen van klein wild en knaagdieren, zoals ratten, muizen en bunzings. Daaraan danken ze hun moedige en pittige temperament.
  • Bijna alle Terriërs hebben een zeer stevige staart. De jager trok soms de hond aan de staart uit het hol van de prooi.
  • Terriërs zijn over het algemeen sterke en beweeglijke honden die in een gezin uitstekend op hun plaats zijn.
  • Voorbeelden: Bull Terriër, West Highland Terriër, Amercian Stafford

FCI 4 Dashonden

  • De typische voorvader van de hedendaagse Teckel was de Bibarhund. Deze brakkensoorten werden al in de vijfde eeuw in Duitsland gebruikt voor de jacht op bevers en dassen.
  • Dashonen werden oorspronkelijk gefokt voor de ondergrondse jach op dassen en vossen.
  • Teckels hebben echte brakkeneigenschappen zoals een vooruitstekende neus, luid jagen en een groot uithoudingsvermogen.
  • Ze zijn werklustig, moedig en volhardend.
  • Door hun lage bouw en goede neus zijn ze voor alle speurwerk geschikt.
  • Als huishond valt hun vrolijkheid en waakzaamheid op.
  • Ze zijn slim, eigenwijs, moedig, trouw en aanhankelijk

FCI 5 Spitzen en Oertypes

  • Deze rasgroep bundelt een aantal rassen die als gemeenschappelijk kenmerk hebben dat ze vrijwel allemaal heel natuurlijk ogen en teruggaan op oude, soms al duizenden jaren bestaande rassen en typen.
  • De rassen die als team werden ingespannen hebben ten opzichte van andere honden een vredelievend gedrag.
  • Naar mensen toe zijn poolhonden vriendelijk tot onverschillig. De jachtpassie van deze honden is enorm.
  • De Noorse honden hielend in huis de kinderen warm. Ze hebben een vriendelijke aard.
  • Ze blaffen flink: als spoorzoeker moesten ze de jager al blaffend de plaats aangeven waar het wild zat.
  • De jachthonden kenmerken zich door een grote zelfstandigheid en moed.
  • Een aantal van de karakter eigenschappen van deze groep, maakt het voor sommige honden lastig om zicht aan te passen aan het dagelijkse leven.
  • Sommige rassen geven zich helemaal over aan hun jachtinstinct als ze los mogen. Dit is dus een ras wat best altijd aangelijnd blijft, tenzij je een perfecte recal hebt geoefend. Neem je verantwoordelijkheid!
  • Het zijn bijzonder mensvriendelijke honden en kunnen aanhankelijk zijn. Maar zijn ook graag op zichzelf. Verwacht dus niet dat dit ras de hele avond bij jou op de zetel ligt.
  • Bijvoorbeeld: Akita, Naakthond, Pharaohond, ….

FCI 6 Lopende honden, zweethonden en verwante rassen

  • De Lopende honden en Zweethonden worden ook wel brakken genoemd. De ruim 70 jachthondenrassen binnen deze groep vertonen veel verschillende kenmerken, kleuren en groottes.
  • Hun gemeenschappelijk kenmerk is hun enorme reukvermogen.
  • Brakken jagen op de neus onder het ‘geven van luid’= met welluidende stem uitstoten van klanken.
  • Zweethonden hebben een speciale aanleg voor het opsproren van het aangeschoten wild. Ze volgen het spoor van de bloeddruppels ( in jagersterminologie zweetdruppels)
  • Kortbenige brakken ontstonden uit de behoefte van langzaam jagende honden.
  • Brakken zijn lange tijd gefokt op hun bruikbaarheid. Houd daar rekening mee: deze honden hebben veel jachtpassie en hebben veel ruimte en beweging nodig. Enkel dan kunnen ze zicht ontwikkelen tot evenwichtige huisgenoten.
  • Ze zijn van nature verdraagzaam voor mensen en dieren. Ze hebben het liefst gezelschap van soortgenoten om zich heen.
  • Brakken zijn menslievende, enthousiast, aanhankelijk en betrouwbaar. Maar ook eigenzinnig. Dat komt in de jacht goed van pas, maar kan als gezinshond soms een strubbeling zijn.
  • Als een hond zijn jachtpassie volgt, kan hij bij het loslaten misschien moeilijk terug te roepen zijn. Loslaten is dus pas mogelijk als je recal perfect geoefend is. Neem je verantwoordelijkheid.
  • Vooorbeeld: Basset, Beagle, Bloedhond, Otterhound, …

FCI 7 Staande honden

  • Een staande hond wijst de jager het wild aan door er zoveel mogelijk roerloos voor te blijven staan.
  • Toen de jacht met het geweer kwam, leerde de Staande Honden ook om het wild te apporteren.
  • Bijvoorbeeld Duitse Staande hond, Engelse Setter, Weimaraner, ..

FCI 8 Retrievers, Spaniels en Waterhonden

  • In deze groep jachthonden zijn er verschillende functies bij de jacht: Honden die het wild apporteren = de Retrievers, honden die het wild opstoten voor de jagers = de Spaniëls, honden die het wild uit het water apporteren = de waterhonden
  • Bijvoorbeeld: Kooikerhondje, Welsh Springer Spaniël, …
  • De rassen binnen deze groep verschillen onderling van vorm en oorsprong. Maar ze hebben 1 ding gemeenschappelijk: de mens plezieren als aangenaam gezelschap.

FCI 9 Gezelschapshonden

  • Gezelschapshonden zijn lichamelijk vrij klein, maar hun karakter is daarentegen groots: opvoeding is heel belangrijk!
  • Met deze rassen heb je veel plezier tijdens de dagelijkse wandeling en sommigen vinden sport leuk.
  • Meestal zijn ze niet agressief naar andere honden en richten ze weinig schade aan. Ze kunnen gemakkelijk overal mee naartoe.
  • Bijvoorbeeld: Chihuahua, Poedel, Maltezer, ….

FCI 10 Windhonden

  • Al duizenden jaren geleden kwamen windhonden voor in het Midden Oosten
  • Enkele van de windhonden zijn ondergebracht in FCI 5.
  • Over het algmeeen zijn ze intelligent, zelfstandig en onafhankelijk.
  • Vaak zijn ze zachtmoedig, terughoudens, rustig en gemakkelijk om in huis te hebben.
  • Het karakter van de meeste rassen is grote zelfbewustheid en felle jachtpassie.
  • Windhonden jagen voornamelijk op het zicht. Als ze eenmaal iets in het oog hebben en zeker als dat gaat, rennen ze erachter aan. Ze zijn dan volstrekt doof voor elk geroep van jou. Hazen, konijnen, katten, pluimvee en zelfs andere honden worden met passie achtervolgd. Tijdens hun jachtpassie kan er agressie ontstaan naar andere honden. Ze kunnen dus niet zomaar los. Neem hierin je verantwoordelijkheid.
  • Deze honden hebben voldoende beweging en afleiding nodig.

Wel of geen stamboom?

Als je bij een erkende fokker een pup aankoopt heeft je pup een stamboom, want een erkende fokker maakt normaliter alles officieel in orde. Een erkende fokker streeft ernaar om het door hem gekozen ras zo goed mogelijk voort te zetten. Dat betekent dat hij beide ouderdieren laat onderzoeken vóór hij beslist welke match(reu + teef) hij wil maken. Binnen een bepaald ras zijn er veel voorkomende problemen, deze zijn opgelijst door het FCI. Bij het ras American Staffordshire wordt er bijvoorbeeld verwacht dat de ouderdieren worden onderzocht op HD (heupen) ED (ellebogen) en ataxia (verminderde coördinatie). Wenselijk ook een MAG test = maatschappelijk aanvaardbaar gedrag, zodat er stabiele ouderdieren worden gekozen om mee te fokken. Een combinatie van een reu en een teef die beiden dragen zijn van ataxia mag niet volgens de ras standaarden, want dat zou betekenen dat de pups per definitie deze aandoening ontwikkelen. Een combinatie van een reu en een teef die beiden in de categorie B vallen voor de gezondheid van de heupen en/of ellebogen mag niet, want dat betekent dat de pups geboren worden met minder gezonde heupen en/of ellebogen. Al deze onderzoeken kosten veel geld. Daarbovenop nog het chippen, ontwormen en inenten, aanvragen van de stamboom voor elke pup… maakt dat een pup met stamboom een grotere investering is dan een pup zonder stamboom.
Maar dat betekent ook dat je pup gezond is en geen aandoeningen heeft die meegegeven worden door de ouderdieren. Dat spaart op termijn heel wat geld en emoties uit in vergelijking met een pup zonder stamboom, waarvan je niet weet hoe zijn algemene conditie/gezondheid is.

Keuzes, keuzes, keuzes, ….

Fokker kiezen

Heb aandacht voor het volgende: Een goede fokker richt zich maar op 1 of 2 rassen. De honden leven in huis. De teef zit bij haar pups en is aanwezig als je op bezoek gaat bij het nest. De fokker neemt de tijd voor jou en geeft je voldoende uitleg. Hoe zijn de pups gehuisvest, is de omgeving van de pups proper, liggen er niet te veel uitwerpselen in het nest, zijn de eetbakjes proper, hoe gedraagt de moederhond zich ( een angstige moederhond geeft dit door aan haar pups), zijn er speeltjes of andere verrijking aanwezig voor de pups, zijn de pups gewend aan aanraking,… ontstaat er twijfel of je wel de juiste keuze hebt gemaakt? Hoe moeilijk ook…. neem bij twijfel het besluit dat deze fokker toch voor jou niet de juiste keuze was en neem afscheid.

Pup uitkiezen? Let niet enkel op het uiterlijk, maar probeer een pup te kiezen die op gebied van karakter bij jou en je gezin past.

De spontane pup

  • komt direct naar je toe, bijt in je broekspijp, trekt je veters los
  • Dit een sterk ondernemende pup en zal dus niet snel schrik hebben.
  • Deze dappere pup zal dus ook initiatief nemen om naar vreemde mensen te stappen. Vind je dat wel/niet leuk?

De verlegen pup

  • Blijft timide in het hoekje zitten
  • komt niet al je hem roept
  • dit roept medelijden op, zodat hij snel gekozen wordt. Is dat de juiste beslissing?
  • Dit is een kwetsbaar hondje en zal dus veel geduld en aandacht nodig hebben met een optimale omgeving die zich aanpast aan het tempo van de pup.
  • Past dus niet in een druk gezin met kleine kinderen.

De ‘daartussen’ pup

  • Wachten even af, zetten een paar pasjes vooruit, wachten terug en komen dan aangehuppeld.
  • Ze vinden het fijn om gekuffeld en geaaid te worden, maar zijn niet super actief.
  • Ze zijn voorzichtig, maar niet angstig.
  • Ondernemend, maar niet overactief.

Heb je thuis een andere hond: laat hem dan uitgebreid snuffelen als je weer thuiskomt om zo de geur van het nest van je pup en dus ook van je pup al te leren kennen!

Van zodra je een keuze hebt gemaakt, maak je je woning puppyproof

Denk hierbij aan:

  • mandje of mat of dekentje + bench: denk na over een rustig plekje in huis. Een pup slaapt veel!
    En nee een bench is geen straf. Waar heb jij je eerste levensjaar doorgebracht? In een box! Waarom? Omdat dat veilig was!
    Een bench is een veilige plaats voor je pup om te eten, rusten en te slapen. Waar je hond zich ook later met plezier in zal terug trekken als hij daar behoefte aan heeft. Daarbovenop kan je je pup in het begin nog niet zonder toezicht alle vrijheid in huis geven. Dus de bench is af en toe een noodzaak zodat je huis niet gesloopt wordt door een pup die alles met zijn tandjes ontdekt!
  • trainingsdoeken en/of kranten om de bench gemakkelijk proper te maken bij eventuele ongelukjes
  • Eventueel een puppyren of andere mogelijkheden om een stukje van je huis af te bakenen op de momenten dat je pup meer bewegingsvrijheid mag nemen onder jou toezicht.
    Je pup vanaf het begin vrij toegang geven tot je gehele benedenverdieping is geen goed plan. Er zijn dan teveel onbewaakte momenten = meer kansen om dingen stuk te bijten en/of ongelukjes in huis te doen.
  • voeder- en drinkbak
  • gezonde, natuurlijke voeding en kauwsnacks *
  • natuurlijke training snoepjes *
    * Alles wat je vindt in de gewone supermarkt is helaas geen kwaliteit voeding voor je hond! Er zitten granen in = niet ok voor een hond. Het bevat weinig tot geen volwaardig vlees als basisproduct. Als er staat ‘dierlijke bijproducten’ betekent dat net zoveel als ‘afval’. Er worden chemische bewaarmiddelen toegevoegd (E-nummers) die voor je pup niet gezond zijn. (Ook voor ons als mens niet, maar dat is een ander verhaal.) In onze webshop vind je natuurlijke voeding, kauwsnacks, kalfshoefjes, training snoepjes en attributen voor je pup.
  • enkele speeltjes
  • enkele kalfshoefjes om op te bijten (puppy’s bijten graag en veel, zo kunnen ze zich uitleven op iets wat mag)
    Een kalfshoefje is zachter dan een runderhoefje en is dus veilig voor de puppytandjes.
  • een halsband en/of tuigje + leiband (geen slipketting!)
    leiband niet langer dan 1,5 meter / 2 meter: hoe meer vrijheid in het begin als pup, hoe moeilijker het is om als volwassen hond netjes aan de leiband mee te wandelen
  • eventueel een ‘retrieverlijn’ dit is een lange lijn/halsband die snel uit/aan gedaan kan worden. Ideaal om je hond thuis plasjes te laten doen in de tuin als je hond niet standaard een halsband draagt.
  • Alles wat op de grond ligt is voor je pup interessant. Dus eventueel speelgoed van de kinderen wordt veilig opgeborgen.
  • losliggende kabels in huis anders opbergen
  • waardevolle spullen die op ‘bijthoogte’ staan voor je pup tijdelijk wegzetten
  • eenmaal je pup er is: schoenen buiten bereik van je pup opbergen.
    Schoenen hebben een ‘lekker geurtje’ en zijn daardoor ideaal om te verkennen. Het zou zonde zijn als je (dure) schoenen worden stukgebeten.
  • Mand met papier en of hout aan de open haard? Zorg ervoor dat je pup er niet bij kan. Honden zijn dol op de smaak van hout.
  • Ook papieren zakdoekjes is een vorm van hout, dus ook dit zullen ze graag opknabbelen. Geef hen niet de kans zodat er geen vervelende gewoontes geleerd worden.

Als je de pup gaat ophalen

  • Indien haalbaar regel je met al je gezinsleden/familie/vrienden dat je pup de eerste weken/weken nooit alleen thuis moet zijn. Dat betekent niet dat hij nooit eens een momentje zonder jullie in de bench gezet kan worden (nadat hij eraan gewend is geraakt), maar direct vanaf dag 1 de hele dag alleen thuis is niet wenselijk. Spreek af dat iedereen volgens dezelfde visie omgaat met al hetgeen hieronder aan bod komt. Zodat je pup door iedereen op dezelfde manier benaderd/bijgestuurd wordt.
  • Probeer met de fokker af te spreken dat je je pup gaat ophalen in de ochtend. Zo kan je pup nog de hele dag wennen aan jullie gezin en huis voordat de nacht begint.
  • Bezorg de fokkervooraf een dekentje en vraag om dat enkele dagen voor je je pup gaat ophalen bij in het nest te leggen.
    Neem dat mee naar huis als je je pup gaat ophalen en leg dit in zijn mandje/ in zijn bench bij thuiskomst. Zo is er een vertrouwde geur in huis.
  • Zorg dat je het hondenpaspoort meekrijgt! De stamboom ontvang je pas later, dat duurt een tijdje voor deze opgesteld en opgestuurt wordt door FCI. Vraag wel aan je fokker na of de stamboom is aangevraagd indien van toepassing. Sowieso moet je pup gechipt zijn, dat is wettelijk verplicht. Dit staat los van het feit of je pup wel/geen stamboom heeft.
  • Denk erover na hoe je de pup naar huis wil vervoeren: Bij iemand op schoot = bouwt een band op met deze persoon. Of in een doos….
    Neem sowieso dekentjes/keukenrol en poetsgerief mee. Een ritje met de auto zonder de broertjes, zusjes en mama , met vreemde mensen is erg spannend! Een ongelukje kan dus gebeuren.
  • Als je een andere hond hebt, voorzie dan om heel even op neutraal terrein kennis te maken.
    Dus de eerste kennismaking is niet direct op eigen terrein. Je eerste hond zal de geur van je pup herkennen van de keren dat je op nestbezoek was. Daarna ga je samen naar huis.
  • Zorg dat het thuis rustig is. Dus geen bezoek de eerste dagen dat je pup thuis is.
  • Laat hem bij thuiskomst even uit in de tuin op de plaats waar je wil dat hij zijn behoefte doet. Daarna wandel je samen naar binnen en toon je waar zijn drinkkom met water staat.
    Toon hem zijn mandje en bench en laat hem in een beperkte ruimte op ontdekking gaan.
  • Geef nog niet het volledig huis vrij voor je pup. Een beperkte ruimte voelt veiliger voor je pup en zo heb je ook een beter overzicht wat je pup aan het doen is.
  • Kan je je pup even niet in het oog houden? Dan gaat je pup in de bench. Maak daar direct vanaf dag 1 een gewoonte van. Een goede fokker heeft trouwens aan bench gewenning gedaan.

Routine, routine, routine,…

  • Denk vooraf na wat jullie dagindeling is en hoe je de routine van je pup daarop wil afstemmen.
  • Mag je pup wel/niet op de bank? Of op schoot als je op de stoel zit? Kan dat ook nog als hij volwassen is? Wat je start als pup, blijf je daarna aanhouden. Houd daar rekening mee. Het is helemaal jullie keuze als gezin. Maar iets afleren wat mocht als pup is ontzettend moeilijk!
  • Krijgt je pup voor of nadat jullie gegeten hebben zijn maaltijd? Dat blijft gelijk, maar maak een keuze en houdt deze routine aan.
  • Waar krijgt je pup zijn maaltijd: in de bench met het deurtje open is een veilige keuze. Zo wordt de bench direct met iets fijn geassocieerd.
  • Voorzie enkele keren per dag een moment waarop je pup zich rustig kan bezighouden in de bench met een speeltje of kauwhoefje. Zodat hij voldoende rust krijgt en waarschijnlijk in slaap valt. Zeker als er jonge kinderen in huis zijn of er in jullie huis veel drukke dingen gebeuren. Start daarmee direct op dag 1! Je zal jezelf daar later heel dankbaar voor zijn.
  • Een pup slaapt gemiddeld 18 tot 20 uur per 24 uur. Dat is inclusief de nachtrust. Dat betekent dat je pup maximum 6u op een dag wakker is. Dat betekent absoluut niet dat je pup 6u na elkaar wakker is! Een goede routine voor je pup is: eten, plasje doen, samen of alleen spelen, slapen. En dat herhaalt zich dan enkele keren op een dag.
  • Een pup krijgt nog 3 tot 4 keer per dag eten. De hoeveelheid die volgens de voeding die je geeft nodig is, verdeelt over 4 porties.
  • Verder ga je voor elke handeling die elke dag verschillende keren voorkomt, telkens op exact dezelfde manier een routine uitvoeren. Routine zorgt voor herkenning en rust. (Net zoals dat ook voor kinderen zo werk. ) Dus dezelfde routine bij het opstaan in de ochtend, bij het geven van de maaltijd, bij het naar buiten gaan voor een plasje in de tuin, als je pup even in de bench gaat voor een rust/slaapmoment, de avondroutine als je gaat slapen.

De eerste nachten

Een pup heeft 8 weken of langer dicht bij zijn broertjes, zusjes en moeder geslapen. En dan gaat hij naar een nieuwe omgeving met vreemde mensen, waar hij helemaal alleen is. De eerste nachten zijn dus uiteraard eng en spannend. Vroeger werd gezegd: ‘laat je pup maar piepen, die stopt vanzelf’… maar dat is ondertussen achterhaald. Jij hebt ervoor te zorgen dat je pup zich veilig voelt de eerste nachten. Waardoor hij sneller op zijn gemak is en de band met jullie sterker wordt dan wanneer je hem aan zijn lot overlaat.

Een pup moet ‘s nachts uitgelaten worden voor een plasje! Wie gaat dat doen? 🙂

  • Ofwel zet je de eerste nachten een bench op je slaapkamer en laat je je pup daar slapen. Hij hoort jou/jullie ademhaling en dat stelt hem gerust. Je hoort wanneer hij wakker is en kan hem dan naar buiten dragen voor een plasje.
  • Na enkele nachten verplaats je de bench richting de deur, na enkel nachten naar de gang en zo steeds dichter naar beneden op uiteindelijk de vaste plaats.
  • Ofwel slaapt iemand van het gezin de eerste nachten beneden op de bank, zodat je pup je aanwezigheid hoort.

Zindelijkheidstraining

In het begin zullen er nog ongelukje in huis gebeuren, daar kom je niet onderuit.
Als je rekening houd met het volgende advies, zal je pup snel zindelijk zijn.

  • Elke keer als je pup stopt met zijn aandacht ergens op te richten, dan neem je hem op en zet je hem buiten in de tuin neer op de plaats waar je wil dat hij zijn behoeftes doet.
  • Aandacht stoppen = na het eten, na het spelen, direct na het wakker worden, als je pup ergens van schrikt, je pup was naar buiten aan het kijken door het raam, ….
  • Hang de leiband in de buurt van de buitendeur en neem deze mee naar buiten als je je pup opneemt om een plasje te doen. Zet je pup neer en klik de leiband vast.
  • Laat je pup snuffelen en een stukje rondwandelen, maar blijf in de buurt van de plaats waar je wil dat hij zijn behoefte doet.
  • Op het moment dat je ziet dat hij een plasje doet (of zijn andere behoefte) benoem je dit met bijvoorbeeld ‘pipi doen’. Zeg dit elke keer op dezelfde neutrale toon.
    Later kan je je hond zo op commando laten plassen. Dat kan handig zijn op verplaatsing.
  • Is je hond klaar met zijn behoefte, dan wandel je richting de achterdeur op het tempo van je pup (dus niet te snel) en zeg je ‘wandel’ op het moment dat je vertrekt.
    Maak je niet druk als de pup niet netjes naast jou wandelt. Dat is nu niet het doel en de verwachting. Meer dan waarschijnlijk blijft hij in jouw buurt en is de lijn niet strak. Zo ben je al direct aan het oefenen om te wandelen aan de lijn.
  • Gebeurt er een ongelukje in huis: blijf rustig, zeg niets, neem je pup op en voer dezelfde routine uit zoals hierboven omschreven.
    Als je na een ongelukje in huis ‘dramatisch’ en met een hoge stem reageert, dan is dat een beloning voor je pup. Hij krijgt aandacht. Wat je aandacht geeft, dat groeit. Je pup kan de link leggen ‘Als ik in huis een plasje doe, dan krijg ik aandacht. Dus dat ga ik nog doen!’ Dat wil je uiteraard niet.
  • Poets het ongelukje op en zorg dat deze plaats niet meer ruikt naar zijn eigen uitwerpselen. Zodat hij niet getriggerd wordt om op deze plaats opnieuw zijn behoefte te doen.
  • Leer aan het gedrag van je pup te zien wanneer hij zijn behoefte moet doen. Kijk naar zijn lichaamshouding.
    Een ongelukje gebeurd pas als je onvoldoende aandacht had voor je pup en je dus niet goed hebt opgelet!

Puppy bijten

Een puppy bijt in alles wat hij tegenkomt, vooral in datgene dat beweegt. Jouw schoenen, voeten, sokken en broekspijp zijn dus ideaal om op te jagen en bijten.

  • Voorzie dat er altijd iets beschikbaar is om op te kauwen, Een kalfshoefje is veilig voor je pup. Indien er andere honden in huis zijn, enkel onder begeleiding!
  • Als je pup dus voldoende kan kauwen op wat voor jou aanvaardbaar is, dan is de neiging om op de andere dingen te bijten minder.
  • Zie je je pup ergens op bijten wat niet mag? Probeer hem af te leiden met een speeltje of kauwhoefje zonder iets te zeggen.
  • Duw je pup niet weg of ga niet vanalles tegen je pup zeggen. Opnieuw: gedrag wat je aandacht geeft, groeit.
  • Later in de opvoeding kan je een ‘nee’ aanleren. Volg hiervoor puppycursus of vraag advies.
  • Opgelet: ergens tussen 5 en 8 maanden wisselen de tanden van je pup. Het bijtgedrag zal in deze periode nog erger zijn. Dat is een fase waar jullie samen doorheen moeten.

Voeding

De eerste week geef je dezelfde voeding als bij de fokker. Zodat er op dat gebied geen verandering = stress ontstaat.
Daarna schakel je over op de voeding die jij wil geven.
Vroeger werd gezegd om de voeding geleidelijk aan te mengen. Volgens de vernieuwde inzichten mag je na 15u vasten ( na een nachtrust ben je daar snel) ineens overschakelen op de andere voeding. Dat is minder belastend voor de maag en darmen dan te mengen. Zorg er dan wel voor dat je overschakelt op natuurlijke voeding = dus ZONDER E-nummers. Lees het etiket!

  • Het maag- en darmstelsel van een hond zit anders in elkaar dan bij ons als mens. Het is erop voorzien om rauw vlees, huid en beenderen te verwerken. Een hond die rauw vlees krijgt, is over het algemeen gezonder dan honden die brokken eten. Rauw vlees voeren wordt ook BARF genoemd, maar daar kruipt veel tijd in.
    BARF = Bones And Raw Food. Je gaat dus zelf alles verwerken. Als je daar meer over wil weten, kan je het boekje ‘Voer voor carnivoren’ lezen. Geschreven door dierenarts Tannetje Koning.
  • Een goed alternatief is KVV = Kant en Klaar Vers Vlees = gemixte worstjes met vlees, organen en botten al dan niet aangevuld met groenten en vitaminen/mineralen mix.
    KVV wordt bewaard in de vriezer. Ontdooid ongeveer 48u houdbaar.
  • Door het eten van rauw vlees, is de zuurtegraad in de maag en darmen hoger. Parasieten, wormen, ongedierte hebben hierdoor minder kans op overleven.
  • Een alternatief voor KVV als je op daguitstap of vakantie gaat is een gestoomde worst volgens het principe van KVV. Deze zijn houdbaar buiten de koelkast en gemakkelijk om mee te nemen. Eenmaal geopend zijn ze ongeveer 3 dagen houdbaar. Deze gestoomde worst is hier dé favoriet tijdens de training.
  • Wil je toch liever brokken geven? Laat dan aub de brokken in de supermarkt staan! Dat is gewoonweg slachtafval verwerkt in brokken. Jij wil toch dat je pup gezonde is en blijft?
    Dan koop je kwaliteit voeding. Ja, dat is duurder in aankoop. Maar je hond heeft in verhouding minder nodig van deze voeding omdat het vullend is. Vergelijk het met een maaltijd bij de Mc Donalds: het is lekker, niet al te gek duur… en na een uurtje heb je weer honger! Dat is voor je hond niet anders.
  • Een goede brok is liefst koudgeperst (behoudt de meeste voedingswaarde) en bevat minstens 40% (liefst 60%) volwaardig vlees als basis.
    ‘dierlijke bijproducten’ of ‘gehydroliseerd vlees’ = geen volwaardig vlees. Nogmaals, lees het etiket als je keuzes gaat maken in de voeding voor je pup.
  • Een goede brok is volledig graanvrij! Aardappelen, rijst, mais, …zijn goedkope vullers, maar geen noodzaak voor je hond. Vaak leidt dit zelfs tot allergieën.
  • Je mag afwisselen in de voeding, zolang er geen E-nummers worden toegevoegd aan de voeding die je geeft, dan is dat veilig!
  • Nog meer algemene info over volwaardige voeding kan je lezen op onze website in dit artikel.

Wij verkopen in onze webshop KVV + gestoomde worst en koudgeperste brokken.

Wandelen

Je mag op kleine ontdekkingswandelingen gaan, maar vermijd plaatsen waar veel honden komen.
Je pup is pas volledig gevaccineerd op 16 weken en is dus nog niet volledig beschermd.
Beperkt contact met enkele honden waarvan je weet dat ze gezond zijn, is geen probleem.
Laat aangelijnde honden NOOIT bij elkaar snuffelen! Er is geen ontsnappingsroute, de lichaamssignalen kunnen niet juist afgelezen worden… probleemgedrag wordt hier gecreëerd.
Daarbovenop: als je je pup leert dat je bij elke hond die je tegenkomt even gaat snuffelen… kan dit leiden tot trekken aan de lijn. Idem voor het begroeten van vreemde mensen.
Beperk de wandelingen buiten huis. De wandeling naar de tuin en weer terug om een plasje te doen is in de eerste weken meer dan genoeg.
Wil je toch een klein stukje wandelen in je buurt, beperkt dit dan in tijd! Richtlijn is 5 minuten wandelen per maand/leeftijd. Dus 2 maanden oud = 10 minuten.
Wandel met een halsband of goed tuigje. Een goed tuigje heeft een Y-vorm op de borst zodat de schouders vrij kunnen bewegen. De leiband is maximum 1,5 meter tot 2 meter lang. Je pup blijft sowieso bij jou in de buurt, meer afstand neemt hij toch niet. En hoe meer vrijheid/afstand die je geeft, hoe moeilijker het later wordt om netjes aan de leiband mee te wandelen. Het maakt niet uit waar je pup ten op zichtje van jou wandelt. Als je het gevoel hebt dat er verbinding is tussen jou en je pup, ben je al prima bezig. De rest volgt later.
Gebruik in het begin zeker géén flexi! Een flexi geeft weerstand, hierdoor moét je pup dus trekken om vooruit te geraken. En dat wil je net niet. Later als je hond volwassen is, kan dat prima.
Wandelen met je pup is op ontdekking gaan. En dat doet je pup door te snuffelen! Snuffelen is een basis behoefte van een hond. Zo komt hij alles te weten over zijn omgeving. Jij leest ook graag de nieuwsberichten of op Facebook… toch? Dat heet gezonde nieuwsgierigheid. Gun je pup dat dus ook. Laat hem snuffelen, een keer terugwandelen, even blijven hangen bij een geur, …. Een hond die niet mag snuffelen, creëert mogelijks andere slechte gewoonten. Een hond die écht snuffelt, trekt niet aan de lijn!
Andere technieken om in verbinding met je pup te wandelen zonder dat je aan de lijn trekt, komen aan bod in de lessen op de hondenschool.
Prive of in groep. Meer info over de hondenschool vind je op deze pagina.

Wanneer start ik met het trainen van mijn pup?

Vanaf de 1ste dag!
Zorg dat je ALTIJD gezonde traktaties op zak hebt.
Elk wenselijk gedrag dat je pup uit zichzelf toont, ga je de hele dag door belonen.
Bijvoorbeeld: Je pup ligt heerlijk rustig in doezelmodes rond te kijken. Je zegt ‘ flinke …. (naam van je pup)“en geeft een traktatie.
Of je pup zit bij jou in de buurt en kijkt je aan. Opnieuw zeg je ‘flinke …’ en je geeft een traktatie.
Steelt je pup iets van de grond, maak er geen drama van. Denk eraan: alles wat je aandacht geeft groeit. Dus ook ongewenst gedrag groeit als je hier (vaak onbewust) aandacht aan geeft.
Ruil hetgeen je pup vastheeft voor een traktatie. Neem het voorwerp weg zonder verder iets te zeggen en doe alsof er niets gebeurd is.

De eerste 16 weken zijn de belangrijkste weken in de socialisatie van je pup. Socialiseren betekent NIET zoveel mogelijk indrukken opdoen, kennismaken met zoveel mogelijk honden en mensen. Socialiseren betekent in een veilige en rustige omgeving, vanop gepaste afstand kennismaken met nieuwe voorwerpen, mensen, dieren, omgevingen, ondergronden. Denk na over wat je ooit nog allemaal wil ondernemen met je hond als hij volwassen is en probeer deze dingen alvast een keer te doen op een rustig en veilig tempo in de eerste 16 weken.
Denk hierbij aan: verplaatsen met de auto, bus, trein, mobilhome,… Aanwezig zijn in een drukke omgeving. Mensen met hoeden, brillen, rolstoel,… Aanwezig zijn op de manege, op je werk, familie, locaties, activiteiten,….
Op de klassieke hondenschool kan je pas terecht vanaf 16 weken. Dat heeft te maken met de vaccinaties.
Maar dat wil niet zeggen dat je thuis of in kleine groepjes nog niet kan starten met de training.
In onze hondenschool ben je welkom vanaf 8 weken. In de groepslessen of privé training bij jullie thuis. Meer info over de lesformules vind je hier.

Positieve en beloningsgerichte opvoeding

De dominatie theorie en bijhorende aanpak die zegt dat je zonder pardon de baas moet zijn over je hond en met straffen en snokken aan de lijn je hond wel zal luisteren…. is al sinds eind jaren 90 weerlegt.
Elke trainer/hondenschool die nog spreekt in termen als rangorde, dominatie, onderdanig zijn, de baas zijn…. heeft zich niet bijgeschoold.
Elke hondengeleider die trots is dat zijn hond altijd en overal strak naast zijn been wandelt…. heeft een hond die na zoveel correcties het uiteindelijk maar heeft opgegeven om hond te zijn. Vaak uit angst om opnieuw met fysieke correcties en pijn bijgestuurd te worden.
Er zijn momenten dat het veiliger is dat je hond naast je wandelt. Maar waar het kan, mag je hond gewoon lekker hond zijn en dus snuffelen, rondkijken en zelf initiatief tonen.

Steef ernaar om een goede band met je pup (en dus later je volwassen hond) op te bouwen vanuit wederzijdse verbinden en respect.
Werk enkel en alleen volgens een positieve en beloningsgerichte aanpak. Uiteraard moeten er zo nu en dan grenzen aangegeven worden…. maar fysieke straffen zijn absoluut niet wenselijk.

Zijn er nog vragen of onduidelijkheiden?
Stuur een mailje naar info@americanzendogs.com.


Bronvermelding:

www.toscanzahoeve.be
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
Voer voor carnivoren – Tannetje Koning